Globe Plant – ToekomstProof

“Aardwarmte maakt glastuinbouw Voorne ’toekomstproof'”

Sinds twee jaar hebben telers op Voorne de beschikking over aardwarmte. Dit maakt de tuinbouw op het eiland meer toekomstbestendig: ondernemers hebben zekerheid over hun energiekosten en kunnen duurzamer werken. Een groep telers in het gebied pakte deze handschoen zelf op en gaf het project ‘Aardwarmte Vierpolders’ gezamenlijk vorm. Een intensief traject.

Paul Grootscholten

Het Zuid-Hollandse eiland Voorne, dat letterlijk onder de rook van de Rotterdamse haven ligt, is een tuinbouwgebied met een geheel eigen karakter. In totaal ligt er zo’n 200 hectare glas – met name groenteteelt -, met een duidelijke concentratie in de dorpen Tinte, Vierpolders, Brielle en Oostvoorne. “Veel telers komen oorspronkelijk uit het Westland en de omliggende gebieden”, vertelt Paul Grootscholten, mede-eigenaar van Globe Plant in Vierpolders. “Zij weken de afgelopen decennia uit naar Voorne, om verder te kunnen groeien. In dit gebied was namelijk volop grond beschikbaar, die ook nog eens een stuk goedkoper was dan in het Westland en omgeving.” Ook de familie Grootscholten ‘emigreerde’ eind jaren negentig vanuit het Westland naar Voorne, om haar groeiambities te kunnen waarmaken. “We konden hier een stuk grond van acht hectare met bestemming glastuinbouw kopen, op een locatie met een goede ontsluiting. Inmiddels hebben we 4,7 hectare glas in Vierpolders”.

Pijp vanuit Botlek
Verduurzaming van de energievoorziening is al sinds 2003 een aandachtspunt voor de telers op het eiland. “In die periode werd de nieuwe Gaswet van kracht, waardoor je als teler moest gaan betalen voor de capaciteit die je verbruikte en werd afgerekend op je pieken. Dat was voor ons als plantenkwekerij – en voor veel collegatelers – erg ongunstig. Daarom zijn we gaan kijken naar mogelijke alternatieven.” In eerste instantie sloeg een groep telers op Voorne, die samen goed waren voor zo’n 150 hectare glas, de handen ineen om restwarmte te gaan afnemen uit het Botlekgebied. “Uiteindelijk is die pijp vanuit de Botlek er niet gekomen. In het businessmodel moesten we uitgaan van een periode van dertig jaar. Die investeringshorizon was voor een aantal telers te lang, waardoor zij afhaakten. Hierdoor was het project niet meer rond te rekenen.”

Eigen regie 
Toch bleef het ‘kriebelen’ bij Grootscholten; de ondernemer had nog steeds de ambitie om ‘los te komen’ van gas. “Om kostprijstechnische redenen, maar ook omdat duurzaamheid in die periode steeds meer een issue werd.” De ondernemer besloot de mogelijkheden van aardwarmte te gaan verkennen. Een eerste opsporingsonderzoek in 2008 wees uit dat er in de directe omgeving van Globe Plant weinig aardwarmte beschikbaar was, maar dat de ondergrond twee kilometer verderop wel potentie bood. “Met enkele telers die ook betrokken waren bij het Botlek-project hebben we toen opnieuw de koppen bij elkaar gestoken en zijn we verder gaan onderzoeken wat de mogelijkheden waren. Al snel bleek dat een dergelijk traject een enorme klus is én een grote investering vergt. Daarom besloten we in eerste instantie om het project te laten uitvoeren door enkele externe partijen, die thuis waren in de wereld van geothermie. Wij als telers zouden dan puur en alleen de warmte afnemen. In 2013 kwamen deze investeerders echter tot de conclusie dat het project niet rond te rekenen was en trokken zij de stekker eruit. We waren dus terug bij af.”

De telers lieten het er niet bij zitten en namen zelf weer de regie. “We hadden namelijk al subsidies geregeld en de nodige kennis opgedaan. Daarbij waren de inmiddels slecht renderende WKK en de gasketel ons enige alternatief. Een optie die verre van toekomstbestendig was! Daarom zijn we verdergegaan met een ‘uitgeklede’ versie van het aardwarmteproject. Dit betekende onder meer dat we de garanties over de te leveren warmte schrapten. Hierdoor hoefden we niet te investeren in een back-upsysteem, wat het project fors goedkoper maakte.”

Vijftien kilometer leiding
Uiteindelijk richtten de acht betrokken telers samen de holding Aardwarmte Vierpolders op. “Aangezien deze materie niet raakt aan onze core business, hebben we ervoor gekozen om de aardwarmte-activiteiten volledig los te koppelen van de eigen bedrijven. Dit maakt de risico’s beter beheersbaar.” Alle telers zijn – naar rato van het aantal vierkante meters van hun bedrijf – aandeelhouder in deze holding, Paul Grootscholten en collega-teler Robin Grootscholten van snoeptomaatjesspecialist Vitensa vormen samen de directie. Onder de holding hangen twee werkmaatschappijen: een bedrijf dat de warmte verkoopt en het bedrijf dat investeerde in de aardwarmtebron en verantwoordelijk is voor het beheer. “Ook wij als ondernemers hebben een bedrag geïnvesteerd”, licht Paul Grootscholten toe. “Naast het boren van de aardwarmtebron hebben we vijftien kilometer leiding moeten aanleggen: 7,5 kilometer voor het transport van het warme water en nog eens 7,5 kilometer om het koude retourwater terug te brengen naar de bron.” 
De bron van Aardwarmte Vierpolders, die sinds eind 2016 volledig in gebruik is, heeft een capaciteit van zeventien MW. Hiermee wordt nu 50 hectare glas voorzien van duurzame warmte, medio volgend jaar komt daar nog tien hectare bij. CO2 kopen de telers extern in. “Telers die nu aanhaken, krijgen geen aandelen in de holding, maar worden puur en alleen afnemer van de warmte”, legt Grootscholten uit.

Gedeelde zakelijke verantwoordelijkheid
Terugkijkend durft Grootscholten, de kartrekker van dit project, te stellen dat het traject niet altijd even soepel verliep. “We hebben als telers bijvoorbeeld regelmatig fikse discussies gevoerd.” Grootscholten benadrukt dat de betrokken ondernemers het project echt sámen voor elkaar hebben gebokst. “Een project als dit is dusdanig omvangrijk en complex; dat móet je samen oppakken. Iedere ondernemer nam verantwoordelijkheid voor een bepaald onderwerp, van de bodemsituatie tot de financiering. Dankzij deze aanpak hielden we iedereen aangesloten.” Grootscholten raad ondernemers die een vergelijkbaar project starten ook aan om het zoveel mogelijk sámen te doen. “Maar wees zakelijk; verreken de uren en de inzet van mensen.”

Samen met de buurt 
Volgens Grootscholten is het daarnaast cruciaal om de omgeving tijdig te betrekken bij de plannen. “In 2012 organiseerden we al de eerste bijeenkomst voor omwonenden, en gedurende het traject hebben we dat nog enkele malen gedaan. We hebben duidelijk uitgelegd wat we van plan waren, maar ook benadrukt dat we met een aardwarmtebron twaalf miljoen kuub gas per jaar konden besparen. In het begin waren er veel vragen, maar nu zijn inwoners positief. Dit draagvlak heeft onder meer bijgedragen aan een soepel verloop van het vergunningentraject.”

Toekomstbestendigheid geoptimaliseerd
Uiteindelijk heeft het aardwarmteproject de telers op Voorne absoluut verder gebracht, benadrukt Grootscholten. In de eerste plaats omdat ondernemers hun energiekosten hierdoor beter onder controle kunnen houden. De basislast op de bedrijven wordt ingevuld met aardwarmte, WKK’s en gasketels worden alleen nog ingezet voor de pieklast. “We zijn nu veel minder afhankelijk van fluctuaties in de gasprijs, hebben duidelijkheid over onze energiekosten. Daarnaast beschikken we over duurzame warmte; een must vanwege de aankomende energietransitie. Kortom: onze bedrijven en de tuinbouw in het gebied zijn meer ‘toekomstproof’ geworden. Daarbij heeft de inzet van duurzame warmte op termijn mogelijk ook een toegevoegde waarde in de markt.”

Twijfels over groeikansen tuinbouw op Voorne
Hoewel de telers op Voorne wat warmte betreft klaar zijn voor de toekomst, ziet Grootscholten nog wel enkele andere uitdagingen om in 2026 succesvol te kunnen ondernemen op het eiland. Hij geeft onder meer aan dat Voorne geen mogelijkheden biedt voor echte grootschalige glastuinbouw. “Vijfhonderd hectare glas kun je hier niet kwijt. Daar is geen ruimte voor en het ontbreekt wat dit betreft aan draagvlak onder de bevolking. Lang niet alle inwoners hebben namelijk een agrarische achtergrond. Dat betekent dat de bedrijven in dit gebied zich meer zullen moeten gaan richten op de niches in de markt.” De geplande aanleg van de Blankenburgtunnel, die de A20 bij Vlaardingen gaat verbinden met de A15 bij Rozenburg, is volgens de ondernemer positief voor de tuinbouw op Voorne. “We kunnen dan eenvoudig aansluiten bij de centrumfunctie van het Westland. Dat maakt veel zaken makkelijker; denk alleen maar aan de aan- en afvoer van materialen. Dat zal de aantrekkingskracht van tuinbouwgebied Voorne ongetwijfeld verder vergroten!”

bron: Magazine Coalitie HOT

Publicatiedatum : 8-1-2019